Allerzielen

Ik steek de kaars aan op tafel. Dat doe ik bijna elke avond voor we gaan eten, maar vanavond vertel ik de kinderen aan wie ik denk bij het ontsteken van dit kleine licht: De moeder van een vriend. Ze was plotseling heel erg ziek geworden en is een paar dagen geleden overleden. Vandaag wordt ze begraven. Dit lichtje is voor haar. En voor haar zoon, mijn vriend. Het is stil aan tafel.

‘Ik wil een kaars voor opa aansteken’, doorbreekt mijn oudste zoon de stilte. ‘En dan steek ik een kaarsje aan voor oma en het zusje van papa’, vult de ander aan. Ik pak nog drie kaarsjes die ze om beurten aansteken. En een kaarsje voor L. die dit voorjaar, veel te jong, overleed aan longkanker en voor haar man en kinderen. En voor H. die na een lange lijdensweg met reuma ‘bevrijd’ is, zoals ze op de rouwkaart had laten schrijven.

Er zijn zoveel mensen voor wie we een kaarsje aan willen steken. In een mum van tijd baadt de tafel in een zee van licht. Het zachte flikkeren van al die kaarsjes is een prachtig gezicht. Kleine vonkjes voor mensen met wie we zijn verbonden, of ze nu dood zijn of nog leven. Ik voel hoe mijn hart zich opent. Vanavond is de dood niet kil en verdrietig, maar vol liefde en dankbaarheid. Vol leven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *